Slim sparen
Het meest gebruikte middel om een vermogen voor later op te bouwen is sparen. Iedereen heeft wel een spaarrekening waar geld op staat waarvoor je een rentevergoeding van de bank krijgt. Momenteel (2012) is de rentvergoeding op een normale spaarrekening laag, zo'n 2 - 2,5 % per jaar.
Wat heb je nodig?
Om financieel onafhankelijk te worden door te sparen zal je vermogen moeten opbouwen. Stel dat je per maand een bedrag van € 2.500 euro nodig hebt om normaal van te kunnen leven. Om dit bedrag maandelijks binnen te krijgen van de rente op je gespaarde geld, heb je veel vermogen nodig. Uitgaande van een eenvoudige berekening (zonder rekening te houden met belastingen), heb je bij 2% rente een vermogen van ongeveer 1,5 miljoen nodig. Immers 2% van 1,5 miljoen is een jaarlijkse rente van € 30.000, oftewel € 2.500 per maand.
Opbouw van je spaarvermogen
De grootte van het spaarbedrag dat je maandelijks kunt sparen is natuurlijk een belangrijke factor bij de opbouw van je spaarvermogen. Stel dat je 20 jaar lang maandelijks 150 euro spaart tegen 2% rente, dan heb je na 20 jaar zo'n € 44.000 bij elkaar gespaard. Als we dezelfde berekening als eerder gebruiken, dan levert deze € 44.000 je een maandelijkse rente opbrengst op van zo'n € 73 per maand.
Je zou wellicht een hoger bedrag kunnen sparen als je maandelijks meer geld over zou houden. Dit kun je doen door je inkomsten vergroten en/of je uitgaven te verkleinen. Iets wat ook kan helpen is om altijd 10% van je maandinkomen gelijk op een spaarrekening te storten en er voor te zorgen dat je rond kunt komen van het resterende geld.
Begin vroeg
Ook is het nuttig om zo vroeg mogelijk te beginnen met sparen. Als je een groot vermogen bij elkaar wilt sparen kun je het beste op jonge leeftijd beginnen. Stel dat je op je 60e een bedrag van één miljoen op je spaarrekening wilt hebben. Als je op je 35e jaar begint met sparen, tegen 2% rente, dan zou je iedere maand € 2.600 moeten sparen. Als je echter op je 25e begint, dan bereik je dit miljoen door een maandelijks te sparen bedrag van € 1.750. Dat is natuurlijk nog steeds te veel.
Rendement
Naast de looptijd is de vergoede rente die je krijgt ook van groot belang. In het laatste voorbeeld is een rentevergoeding van 2% wel erg laag. Als je spaart op langere termijn dan kun je het gespaarde geld ook voor langere tijd vastzetten (spaardeposito). Je kunt het gespaarde geld dan tussentijds niet opnemen, waardoor je van de bank een hogere rentevergoeding krijgt. Over het algemeen kun je dan gemiddeld wel zo´n twee procent meer rente krijgen. Als we hiervan uitgaan in ons voorbeeld, dus van 4% rente, dan kun je tussen je 25e en 60e een miljoen sparen door maandelijks € 1.200 te sparen. Die 2 procent verschil maakt in dit voorbeeld dat je dus maar liefst € 550 minder per maand hoeft te sparen om hetzelfde resultaat te bereiken.
Een goede tip om een hoog rendement met een behoorlijke opnamevrijheid te realiseren is om meerdere spaardeposito's slim te combineren. Bijvoorbeeld zes spaardeposito's met ieder een looptijd van zes maanden die je een maand na elkaar start. Hierdoor valt er iedere maand weer een deposito vrij die je al dan niet kunt verlengen.
Samengestelde interest
Het grote effect van het rentepercentage verbaast je misschien. Dit komt doordat je de rente (interest) die je jaarlijks ontvangt niet laat uitkeren, maar toevoegt aan het al gespaarde geld. Hierdoor krijg je ieder volgend jaar ook een rentevergoeding over alle eerder ontvangen rente uitkeringen. Hierdoor heeft het renteverschil een groter effect dan je in eerste instantie denkt. Deze ´rente op rente´ heet samengestelde interest.